vrijdag 25 juni 2010

Leonard Zelig revisited?



18 juni 2010 'Regeringsonderhandelingen mogen niet te lang duren'
Herman Van Rompuy waarschuwt dat de onderhandelingen voor een nieuwe federale regering niet te lang mogen aanslepen. Want anders gaan er weer vragen opduiken over de crisis in België die gevaarlijk zijn voor de stabiliteit van het land, zo zei de Europese president. Volgens Van Rompuy is er na de federale verkiezingen van 13 juni in het buitenland opnieuw bezorgdheid naar boven gekomen over de toekomst van België. 'Momenteel gaat het nog bij manier van spreken, maar we mogen geen lange regeringscrisis hebben vooraleer dat men daar echt heel veel vragen over stelt', zo verklaarde Van Rompuy. Voorts mogen de perikelen rond de regeringsvorming volgens de permanente voorzitter van de Europese Raad niet beletten dat de nodige budgettaire en economische maatregelen worden genomen. 'We hebben nood aan een stabiele regering want Europa zal veel strenger toekijken, ook de financiële markten', aldus Van Rompuy.



Beginnend als betweter, eindigend als iemand die het zelf ook niet weet". Om Frénk Van Der Linden te parafraseren.

In de fundamentele dogmaticus Herman V.R. Zelig schuilt blijkbaar ook een moralist met een constante, neurotische neiging zichzelf te verklaren. Of hij zijn bestaan van een alibi moet voorzien, een dwingende reden waarom juist hij ooit als zaadcel de race van al die andere kikkervisjes heeft gewonnen.

Gek van geldingsdrang? Van prestatiedrang naar arrogantie. Voelt hij zich een lelijk eendje, een nobody. Hij wil aandacht. Het maakt niet eens uit van wie. Zolang dat grote gat in hem maar wordt gevuld. Hij zoekt applaus. Ze vinden hem misschien niet aardig, maar wel goed? Dat is zijn overlevingsstrategie. Hij denkt het allemaal zo slim op een rij te hebben. Dat ziet men wel vaker, mensen die het bijzonder goed aan anderen kunnen uitleggen, maken er zelf een potje van.

Zijn ogen schieten verlegen weg naar de hoeken van de ruimte of richting schoenpunten. De te haastige manier van antwoord geven als iemand hem iets vraagt, uit angst dat mensen anders in zijn ogen kunnen zien dat hij toch niet luistert. Het onvermogen te luisteren. Telkens knikkend, onzinnige tussenwerpingen makend, het gesprek in vermoeiende zijpaden leidend.

Hij staat op, poetst de tanden en kleedt zich vervolgens met moeite aan. De naam Herman zegt dit hem iets als hij in de spiegel kijkt? Er is een zekere aanwezigheid op deze wereld die met Herman werd aangeduid, maar of hij dat is? Ik heb eindelijk succes. Al die jaren smachten, ploeteren, zwoegen, slijmen, chanteren en smeken zijn dus toch nog ergens goed voor geweest. Al is het wel zo dat het terrein waarop hij succes heeft behaald - het acteren in een soap - nooit zijn beoogde territorium is geweest. Wat ben ik toch een schraal, zielig, pathetisch ventje zonder fatsoen, denkt hij bij zichzelf. Je bent een pathetische lul, roept zijn spiegelbeeld terug als een echo. Opnieuw, en opnieuw, en opnieuw. Ad infinitum, ad nauseam.

Hij merkt bij zichzelf dat het ongeduld met zijn medemens zich manifesteert in een ondraaglijke jeuk op zijn rug, precies tussen beide schouderbladen, de plek waar hij tastend met machteloze vingers net niet bij kan.

Hij blijft het liefst aan de buitenkant van de dingen. Dat is veiliger. Minder kans op besmetting. Dat is in essentie een laffe levenshouding, Herman, dat snap je toch wel, repliceert zijn spiegelbeeld, je laat je nergens mee in, houd je overal buiten en op je sterfbed kun je zeggen: ik heb me nooit laten meeslepen.

Gelukkig zijn er nog momenten waarop hij even alleen kan zijn, zich onbespied kan overgeven aan de enige activiteit die hij werkelijk wil: een nieuwe haiku à la Schiller op een groot wit blad

Nil Volentibus Arduum
Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligtum!

Hij logt in op het internet.



Dat Statler en Waldorf maar eindeloos op het knopje blijven drukken. Beaker's Ballad forever

Geen opmerkingen: