donderdag 17 juni 2010

woensdag 16 juni 2010

A promise is a promise is a promise



Een ooggetuigenverslag van een zomerse zondag in juni anno 2010.

Tegen de achtergrond van Wagner's ouverture van de Vliegende Hollander, lichtjes het libretto meeneuriënd: " ... zachtjes zwetsend, zichtbaar zuidwaarts, zwemmen zeven zeer zware zwarte Zomergemse zotten zonder zorgen zes zonnige zomerse zondagen zonder zwembroek. Zware Zulma’s zwager zei: ze zijn zot zeker, ze zullen zinken".

“Klop, klop klop!” en de deur van het stembureau van een kanton in Antwerpen opent zich op een kier met een krakend scharnietje. “Ik kom mijn burgerplicht uitoefenen als bijzitter van dit stembureau. Ik meld me als chinese vrijwilliger. De renumeratie van 25,40 € neem ik met plezier in cash in ontvangst. Waar moet ik tekenen? Uiteindelijk zijn we het allemaal roerend eens met Zappa's stelling “we are only in it for the money”. Juist?”. De voorzitter is duidelijk meer gewoon en stoïcijns en in een razend tempo dreunt hij zijn instructies af, want in exact 12 minuten 15 seconden en 3 hondersten openen zich de "pearly gates" van het stembureau.



De eersten staan zich al te verdringen aan die elyseese poort. Snel nog een tekst aflezen over geheimhouding, of zoiets banaals, en klaar is kees. Let the beast go! Send in the clowns! En op de tonen van “When the saints go marchin’ in” start de hoogdag van de democratie, onder het gesternte van de dwaze opkomstplicht.

De wachtenden worden excellent opgehitst door de stand-up comedian van dienst: “ID en oproepbrief klaarhouden. Ziet u die dame met de camelias, daar begint het allemaal. Snel naar af, passeer niet langs de bank. U ontvangt geen 25,40€”. “Eindigend met dat vileine, irriterende en door merg en been gaande spotlachje (1'48") van de Woody Woodpecker.



“Nummer 4705”, bromt vervolgens de dame in kwestie. De persoon naast haar plaatst, met een blauwe kogelpen, ijverig een X naast de naam in het grote “salt of the earth”-boek. Een V in het rood naast een naam betekent volmachthouder; een W in het groen betekent gerechtvaardigd afwezig; een O in het zwart betekent miserie. Als op het einde van de rit niets vermeld staat naast een naam wil dit zeggen dat de betrokkene niet kwam opdagen. Driemaal hoera voor deze captain Spauldings! Een tweede persoon verifieert het ID en de oproepbrief nogmaals en plaatst opnieuw een x, of v, of w, of O in een tweede boek.



“At the remains of the day” worden beide boeken vergeleken tesamen met de volmachten en de ziektebriefjes. De ondervoorzitter laadt de stemkaarten, ter grootte van een bankkaart, op via een PC. Op het scherm verschijnt het aantal opgeladen kaarten en daaronder het aantal geregistreerde stemmen. “At the remains of the day” moeten deze getallen in evenwicht zijn. Geen potlood noch papier, electronica boven! De smiley-voorzitter deelt de kaarten uit en toont de weg, een figuurlijke weg die geplaveid is met goede voornemens.


Het kiesvee schuift traag, maar zonder kano weliswaar, naar enkele snel in elkaar getimmerde hokjes met zwarte doeken aan de open zijde. De schermen van de stemcomputers lijken op flitsende lichtbakken, het kiesvee vertoont konijnenallures. De kaarten zijn wispelturig en noodzaken snelle en veelvuldige interventies vanwege de voorzitter. Verklikkers die een sirene-achtig geluid produceren, werken na één uur op de zenuwen. Maar dan keert het tij en komt blijkbaar de 25%+ Vlaamse intellectuelen hun stem uitbrengen. Oef! Eindelijk rust! Na het kat en muis-spel met het electronisch potlood op het scherm en validering van de uitgebrachte stem en het aannemen van de kaart, schuift de massa gedwee naar de stembus. Het valt op dat circa 50% hun kaart vergeten terug te nemen en dat 90%, van diegenen die erin slagen met de kaart in de hand het stemhokje te verlaten, deze verkeerdelijk in de urne trachten te deponeren. In snel tempo ontpopt de voorzitter zich, tegen heug en meug, tot een volleerd derwisj. Draaien, altijd maar draaien. “Pijl naar beneden, gericht naar de ondervoorzitter”, roept hij met falsettostem”. “Neen, omdraaien”, “nogmaals draaien”. “Juist, dat is OK”. “Duwen nu”. “Voila”.



Het is ook opvallend dat vervolgens ongeveer de helft van diegenen die gestemd hebben hun ID en afgestempelde oproepbrief komen ophalen maar zich schril en ijlings naar de uitgang begeven. De bijzitter, die de brieven afstempelt, pendelt tussen tafel en deur, en naarmate de dag vordert met de tong bijna tot op de grond. Soms holt hij de verdwaasden achterna tot ver buiten de schoolpoort. Het valt ook op dat heel wat stemgerechtigden hun oproepbrief niet op zak hebben. “Hoe moet ik dan de stempel aanbrengen?”. De bijzitter, als een brave soldaat Schwejk krabt in het haar. “Kafka, waarom heb je mij verlaten?”, prevelt de bijzitter wanneer hij het tiende kopje troost aan zijn lippen zet. Af en toe druppelt een heer en een dame van stand binnen in het stembureau. Zij worden met de nodige égards begroet. Gelukkig maar dat zij niet op het idiote idee komen iedereen achter de tafel een hand te geven. Stel je voor!

Een TV-ploeg dringt binnen in het stemlokaal. Alarm. Koppen bij elkaar: wat nu? Een zucht: ze hebben zich van stembureau vergist. Oef, oef. Ah zo, over die persoon maken ze een reportage voor de lokale TV. Oef, oef, driemaal oef! Anderen wensen stante pede een petitie te ondertekenen omdat deze verkiezingen volgens hen ongrondwettelijk zijn. Waar hangt zo'n petitie? Waar kan ik tekenen? Verbazing alom. De voorzitter komt met een uitstekende oplossing op de proppen: “Het best schrijft u een brief waarin u protest aantekent en richt u die aan Turtelboom”. Saved by the bell!? Anderen ritsen de ID en de oproepbrief uit de hand van de bijzitter-afstempelaar en verfrommelen of versnipperen de brief tot ieders verbazing. Maar: hoera, hoera, driemaal hoera voor deze nieuwe lading captain Spauldings!



Vijf uur en dertig minuten later is de stormloop quasi voorbij. Het lange wachten op de laatste stemgerechtigden begint nu. Ze druppelen één voor één binnen met als maar langere tussenpauzes. Wordt het quota bereikt of stranden we op de helft, of twee derden, of drie vierden? Naarmate de tijd verstrijkt, worden weddenschappen afgesloten. Klokslag 15 uur zondag 13 juni 2010 gaat de deur onverbiddelijk dicht. De verificatie begint en verloopt, tot ieders tevredenheid, uitstekend. Alles piccobello in orde. De PCs worden afgesloten en ontmanteld, de documenten ondertekend. Iedereen kan beschikken. Bye, bye, see you next time, same place, same time.

Eindelijk terug thuis. Languit in de zetel, kussens in de rug, glas witte wijn van Genoelselderen, toast met Russische kaviaar. TV aan. De eerste voorlopige uitslag van 1 stembureau verschijnt op het scherm. De voorlopige uitslag wordt enkele minuten later bevestigd en herbevestigd en herbevestigd. Na een half uur is de lol eraf. Zondagnacht omstreeks 23 uur wordt de trend van 15.15 uur in granietsteen gebeiteld. De NVA behaalt de overwinning met een monsterscore in Vlaanderen, de PS in Wallonië. Tijd om "geiten" te tellen, want bij het ochtendgloren wacht er een “brand new beautiful day” onder het motto:

Now is the winter of our discontent, made glorious summer by this sun of Flanders, and all the clouds that lour'd upon our house, in the deep bosom of the ocean buried”.



Conclusie: enkel het pecuniaire compenseert voor de verveling. Happy Mondays!

Now we interrupt for more education {2}


De physeter macrorephalus als levend epigoon van de cloaca machine.



Knack - De uitwerpselen van potvissen absorberen koolstofdioxide uit de lucht. Door het bemesten van de oceanen gaan potvissen de klimaatopwarming tegen. Australische wetenschappers berekenden dat de potvissen in de Antarctische Oceaan elk jaar zo’n 50ton ijzer uitstoten via hun uitwerpselen. Dat ijzer draagt bij tot de groei van kleine zeeplantjes, namelijk fytoplankton, die via fotosynthese CO² uit de lucht absorberen. Volgens de studie, die in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings B verscheen, wordt daarmee in totaal 400.000 ton CO² uit de atmosfeer geabsorbeerd. Dat is meer dan twee keer zoveel dan de hoeveelheid CO² die de potvissen zelf uitstoten door te ademen. De potvissen leven vooral in de diepe zee maar laten hun uitwerpselen achter dicht bij het wateroppervlak waar fytoplankton dankzij de zon kan groeien. Bovendien zorgt het proces voor meer voedsel voor de dieren. Fytoplankton vormt immers de basis voor voedsel in dit deel van de wereld. Fytoplankton wordt gegeten door kleine zeedieren zoals zoöplankton dat op zijn beurt als voedsel dient voor de potvissen. De voorbije decennia hebben al heel wat wetenschappers geprobeerd om het probleem van de klimaatopwarming op te lossen door ijzer aan oceanen toe te voegen. Zo dumpte de Duitse Lohafex-expeditie in 2008 zonder veel succes zes ton ijzer in de Antarctische Oceaan. De opname van CO² was verwaarloosbaar.

Alle boorplatforms moeten dringend tot drijvende cloaca machines omgebouwd worden. Een nis in de markt. Snel weg met CO²!