donderdag 27 mei 2010

De leeuw, de krab haar kip en de slang




Bartje in de leeuwenkuil (vrij naar Daniël 6: 2-29).

Boven de satrapen, benoemd over het gehele rijk B., stelt A2 drie rijksbestuurders aan, van wie Bartje er een is. Aan hen moeten de satrapen rekenschap afleggen. Bartje onderscheidt zich van de bestuurders en satrapen door zijn buitengewone begaafdheid. A2 overweegt hem over het ganse grondgebied van B. aan te stellen. Daarom proberen de bestuurders en satrapen in Bartje’s bewind iets te vinden om hem aan te klagen maar zij kunnen geen grond voor een aanklacht vinden of hem op een misstap betrappen want hij is betrouwbaar en verzuimt nooit zijn plicht of begaat een misstap. ‘Met geen mogelijkheid zullen wij Bartje kunnen aanklagen tenzij we iets zoeken dat verband houdt met de wet van het IdeeFix”. Daarop richten de rijksbestuurders en satrapen zich tot A2: ‘Wij zijn van mening dat een grondwettelijk hofbesluit moet uitgevaardigd worden waarin wordt vastgelegd dat iedereen die voor 13 juni een verzoek tot het IdeeFix richt in de leeuwenkuil wordt geworpen. Vaardig dat verbod uit en stel het op schrift, zodat het niet kan herroepen worden.’

Als Bartje het besluit verneemt, is hij op weg naar zijn huis. In zijn bovenvertrek heeft hij, in de richting van Laken, open vensters. Daar knielt hij neer, bid tot het IdeeFix, zoals dit driemaal per dag zijn gewoonte is. Maar schimmige figuren dringen zijn huis binnen langs de openstaande vensters en treffen Bartje aan biddend tot het IdeeFix. Ze hollen naar A2 en fluisteren dat Bartje, de Vlaamse bestuurder, geen acht slaat op het besluit en wijzen hem er op dat: ‘die verordening even vastligt als elke wet van Meden & Perzen.’ A2 gromt en is ontstemd en hij zint op een middel om Bartje te redden. Tot zonsondergang doet hij alles wat in zijn macht ligt om Bartje te beschermen. Maar de duistere figuren dringen aan. Hierop geeft A2 het bevel om Bartje in de leeuwenkuil te werpen: ‘Het IdeeFix, dat u zo vasthoudend dient, zal u redden!’ Er wordt een steen gebracht waarmee de opening van de kuil wordt afgedekt en verzegelt.

Daarna keert A2 terug naar zijn paleis. Hij kan evenwel de slaap niet vatten. Vroeg in de ochtend staat hij op en haast zich naar de leeuwenkuil. Zodra hij in de buurt van de kuil komt, roept hij met bedroefde stem: ‘Bartje, dienaar van het levend IdeeFix, dat u zo vasthoudend dient, heeft het u van de leeuwen kunnen redden?’ En Bartje repliceert: ‘Albertje, het IdeeFix heeft de leeuwenmuilen verzegeld. Ze hebben mij geen kwaad gedaan, omdat ik onschuldig ben.’ A2 is verheugd en beveelt Bartje uit de kuil te halen en de povere idioten, die Bartje beschuldigd hebben, gevangen te nemen en in de leeuwenkuil te werpen. Voor ze de bodem van de kuil bereiken, storten de leeuwen zich op hen en vermorzelen al hun botten.

Daarop proclameert A2 aan alle volkeren en naties, welke taal zij ook spreken en waar ter wereld zij ook wonen: ‘dat iedereen in het rijk eerbiedig ontzag moet tonen voor het IdeeFix van Bartje. Want het is de eeuwige oplossing. Het redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen. In de krabbenmand of slangenkuil die B. is, heeft het Bartje uit de klauwen van de als leeuwen gecamoefleerde kiekens gered.’

En zo vergaat het Bartje voorspoedig onder het lichtend pad van het confederalisme in het Europa van de regio’s.

Geen opmerkingen: