Barbertje moet hangen!

VRIJ NAAR MAX HAVELAAR’S MULTATULI

JOURNALIST (Béatrice Delvaux bv om het zichtbaar te maken).
Mijnheer de rechter, daar is de man die B. vermoord heeft.
RECHTER.
Die man moet hangen. Hoe heeft hij dat aangelegd?
JOURNALIST.
Hij heeft haar in twee kleine stukjes gesplitst. Eerst geconfederaliseerd, vervolgens gesalamiseerd.
RECHTER.
Daaraan heeft hij zeer verkeerd gedaan. Hij moet hangen.
BART.
Rechter, ik heb B. niet vermoord! Ik heb B. op een nieuwe leest geschoeid. Er zijn getuigen die zullen verklaren dat ik 'n goed mens ben, en geen moordenaar.
RECHTER.
Man, ge moet hangen! Gij verzwaart uw misdaad door eigenwaan. Het past niet aan iemand die van iets beschuldigd is, zich voor 'n goed mens te houden.
BART.
Maar, rechter, er zijn getuigen die het zullen bevestigen. En daar ik nu beschuldigd ben van moord...
RECHTER.
Gij moet hangen! Gij hebt B. stukgesneden, gesplitst, en je bent ingenomen met jezelf... drie kapitale delikten! (Plots, verschrikt) Wie ben jij, vrouwtje?
VROUWTJE.
Ik ben B.
BART.
Rechter, je ziet dat ik haar niet vermoord heb!
RECHTER.
Hm... ja...zo! Maar het splitsen dan?
VROUWTJE.
Neen, rechter, hij heeft me niet gesplitst. À propos, de naam is Barbertje. Hij heeft mij integendeel veel goeds gedaan via het confederalisme. Hij is 'n edel mens!
BART.
Je hoort het, rechter, ze zegt dat ik 'n goed mens ben.
RECHTER.
Hm... het derde punt blijft dus bestaan. Journalist, voer die man weg, hij moet hangen, en verkondig dag aan dag via je column in de krant: hij is schuldig aan eigenwaan en moet hangen.
JOURNALIST.
Excellent! Le Maingaindrai levert wel een accurate foto bij de reeks artikelen! Et voilà.